Al bijna zeventig brouwerijen in de stad, maar “het is geen vliegen afvangen”

Bierbrouwerijen schieten als paddenstoelen uit de grond. In vijf jaar is het aantal bierbrouwerijen in Nederland verdubbeld. In 2016 waren het er 435, maar nu zijn het er meer dan duizend. In Amsterdam staat de teller op 67. Er kwamen er twintig bij de afgelopen jaren, maar ondanks de concurrentie blijft de sfeer goed: “Alle nieuwe brouwerijen zijn welkom”

Justin Oosterveer stopte in 2019 met zijn kantoorbaan en ging de bierwereld in. Hij startte met zijn eigen brouwerij, waarvan zijn eerste biertje in juni 2020 op de markt verscheen. “Ik wist niets van bierbrouwen af, maar ik dacht: laat ik het gewoon doen.” Hij ging langs bij verschillende brouwerijen, kocht zijn eigen ketel en begon met monsters maken van verschillende smaken. “Inmiddels brouw ik niet meer in een 50-liter-ketel, maar in een 2000-liter-ketel.”

 

In het begin was het nog wel ploeteren: “Dan wacht je bijvoorbeeld vier tot zes weken op het bier en wanneer je eindelijk kijkt, denk je: is dit het? Vervolgens moet je opnieuw beginnen en weer weken wachten”, zegt Oosterveer.

“Het doel is om met alle kleine brouwerijen alles af te pakken van de grote jongens”

JULES OOSTENDORP, MEDE-EIGENAAR BROUWERIJ

Conculega van Oosterveer, Jules Oostendorp, is mede-eigenaar van een brouwerij. Zij begonnen in 2016, toen de hype begon. “Het is geen vliegen afvangen in deze markt. We steunen elkaar en er is een goede sfeer tussen de bierbrouwers. Dat maakt het erg leuk.” Wel geeft hij aan dat het nu minder makkelijk is om je plek te veroveren: “De nieuwigheid is er een beetje af.”

Al die kleine brouwerijen brengen concurrentie met zich mee, maar dat lijken ze niet allemaal erg te vinden. “Het is leuk om van elkaar te leren”, zegt Oostendorp, “en het doel is uiteindelijk om met alle kleine brouwerijen alles af te pakken van de grote jongens. Dus ik zou zeggen: kom er maar bij, iedereen is welkom.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *